vrijdag 1 februari 2013

De switch van Analoog naar Digitaal

In deze blog wil ik (Roos) mijn gedachtes met jullie delen over hoe het zou kunnen komen dat docenten de analoog-digitaal switch nog niet hebben gemaakt. Ik denk daarbij aan de mentale drempels waar collega's overheen moeten voordat ze ICT willen gebruiken in hun lespraktijken. Ik doe dit simpelweg omdat ik het fascinerend vind. En misschien jullie ook. En natuurlijk: Lotte en ik kunnen vanalles schrijven over hoe fantastisch sommige toepassingen of applicaties zijn maar als die niet worden toegepast dan heeft dat schrijven van blogs en enthousiast zijn op de werkvloer ook weinig nut. 
Wat ik voorop wil stellen is dat ik iedereen respecteer in zijn of haar eigen werkwijze en dat ik niemand veroordeel die geen ICT gebruikt. Soms vind ik het lastig om mij in anderen te verplaatsen, vooral als de verschillen groot zijn. Daarover in gesprek gaan helpt en veranderd vaak mijn blik (c.q. paradigma). De situaties die ik schets zijn vaak zwart-wit en gaan niet specifiek over mijn collega's. 


Naarmate ik deze blog schreef werd de scheiding tussen mijn visie op onderwijs en het gebruik van ICT steeds kleiner en kwamen deze twee erg dicht bij elkaar te liggen. Sterker nog, de twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wat ik in deze blog beschrijf is dan ook vooral hoe ik het zie (vanuit mijn paradigma :)), wat niet per se de realiteit hoeft te zijn voor iedereen.

Digitalisering ondersteun ik niet omdat ik het nou zo leuk vind om cool te zijn met gadgets, maar omdat ik denk dat digitale middelen onderwijs interessanter en efficiënter kan maken. Gelukkig ben ik niet de enige die dat vindt, kennisnet is het met me eens. Kort samengevat zegt kennisnet het volgende in deze pdf:

De meerwaarde van ict in het onderwijs

Uit onderzoek blijkt dat de juiste inzet van ict in het onderwijs ervoor zorgt dat:

In het primair proces:
• de motivatie toeneemt.
• de leerprestaties verbeteren.
• het leerproces efficiënter wordt.
 


En het volgende(via deze link met veel informatie en filmpjes):
De leraar kan ict voor verschillende facetten van zijn beroep gebruiken en Kennisnet onderscheidt daarbij 3 kerntaken. Deze kerntaken sluiten aan bij de 3 beroepscontexten van de Onderwijscoöperatie (2012):

A.    Pedagogisch-didactisch handelen
B.    Werken in de schoolcontext
C.    Professionele ontwikkeling



En ook deze infographic, die in een oogopslag weergeeft wat kennisnet te melden heeft over ICT en Onderwijs:




Sinds de start van dit jaar zijn Lotte en ik druk bezig om te onderzoeken hoe het komt dat docenten in het talencentrum nog niet optimaal gebruik maken van de digitale middelen die er zijn.
Over het algemeen kunnen we daarover zeggen dat docenten het wel interessant vinden maar dat de switch van analoog naar digitaal veelal geen prioriteit heeft. Sommige docenten zien het als overbodig, of als extra werk om zich erin te verdiepen. Anderen zien het wel als onontkomelijk maar meer als iets voor de toekomst. Andere docenten zien misschien niet de didactische voordelen van digitalisering of hoe digitalisering hun werk kan verlichten. Er wordt ook gezegd dat de middelen er niet (genoeg) zijn.
Het gevoel dat ik zelf krijg is dat veel docenten het wel interessant vinden maar een drempel over moeten om zich eraan over te geven. Die drempel kan voor de een een deurpost zijn, voor de ander de Chinese muur.

Mijn collega Theo maakte net een hele mooie vergelijking met parachute springen. Als je gaat parachute springen bereid je je eerst goed voor op de grond en je doet een 'pakje' aan met de benodigde lussen en haken. Vervolgens stap je in een vliegtuig en wanneer die op de juiste hoogte is dan komt HET moment; het moment dat je in die deuropening staat, naar beneden kijkt en je je bedenkt of je durft of niet. Je kunt springen want dat is waarvoor je dat pakje aanhebt en in die deuropening staat. Je kunt ook weer het vliegtuig ingaan en zo een 'normale' landing maken. Of het vliegtuig kan eeuwig in de lucht blijven cirkelen, wachtend op het voor jou juiste moment om te springen. Niet springen is een optie maar kan voelen als falen.
De vergelijking met ICT gebruik in de lespraktijk is erg beeldend. Je kunt je verdiepen in applicaties -> de voorbereiding op de grond en je pakje aantrekken. Je kunt vervolgens de lucht in gaan -> het voornemen om ict in je les toe te gaan passen. Vervolgens sta je in die deuropening te wachten op het juiste moment -> ICT ook echt in je les toepassen. Zul je de sprong wagen of niet; zul je ICT gaan toepassen in je les? Je weet dat als je springt je niet meer terug kunt, je zult vallen maar hopelijk kom je wel weer met beide benen op de grond, een fantastische ervaring rijker.Het is nieuw, het is eng, je weet niet hoe het gaat voelen maar je denkt/vermoedt/hoopt dat het fantastisch is .......als je eenmaal zo veel energie hebt besteed aan je research en voorbereiding dan voelt het niet implementeren van ict in je les misschien ook als falen...

De mogelijke drempels/factoren die 'de switch' beinvloeden.

Wie is de bron?
In een 'klassieke' les (scenario 1) is de docent de enige bron van kennis en informatie. De docent bereidt de les voor en kopieert het nodige materiaal. Vervolgens begint de les. De docent kondigt aan wat er gedaan gaat worden die les en deelt de bijbehorende informatie uit of laat cursisten informatie overschrijven/aantekeningen maken van een bord of via uitleg. Er wordt in de les van alles gedaan door de cursist waar de docent 100% invloed op lijkt te hebben want de docent weet precies wat de cursist moet doen en ook hoe hij/zij dat zou moeten doen. De attitude en het niveau van de cursist lijken hierbij de enige variabelen. Dit lijkt een simpele en effectieve aanpak. De cursist wil/moet engels leren en de docent weet hoe.
Wat hierbij mijns inziens mist is dat de cursist geen of weinig keuze kan maken tijdens de les en niet of weinig aangemoedigd wordt om een professionele en onderzoekende houding te ontwikkelen.
Als de cursist geen keuzes kan maken in zijn/haar leerproces dan zal deze ook geen eigenaarschap voelen over het leren.

Dit heb ik niet zelf verzonnen, deze 'denkwijze' of 'visie' of hoe je het wilt noemen heet 'adaptief onderwijs' en heeft Luc Stevens ontwikkeld. Een visueel overzicht hiervan ziet er zo uit ('kind' moet dan natuurlijk 'student' zijn):

Overzicht uitleg:


Onder de basisbehoefte relatie wordt verstaan dat leerlingen zich geaccepteerd voelen, ze erbij horen, ze het gevoel hebben welkom te zijn, ze zich veilig voelen. Onder de basisbehoefte competentie wordt verstaan dat leerlingen ontdekken dat ze de taken die ze moeten doen, aankunnen; dat ze ontdekken dat ze steeds meer aankunnen. Onder de basisbehoefte autonomie wordt verstaan dat ze weten dat ze (in elk geval voor een deel) hun leergedrag zelf kunnen sturen.
Deze drie basisbehoeften samen bepalen het pedagogisch klimaat dat aan adaptief onderwijs ten grondslag ligt. Voor de docent die adaptief werkt, betekent dit dat hij zijn gedrag afstemt op deze basisbehoeften. Dat geldt zowel voor het didactisch en organisatorisch handelen als voor het pedagogisch optreden. Op die manier wordt onderwijs vormgegeven waarin leerlingen gemotiveerd zijn om aan het werk te gaan en waarvan ze uiteindelijk optimaal profiteren. Van dat onderwijs bestaan verschillende uitwerkingen, zowel op scholen als op onderwijsbegeleidingsinstituten. 


Wil je Luc Stevens eens een interessante speech zien geven? Kijk dan eens onderstaand filmpje: 


Wat is de rol van de docent als die niet meer de enige bron is?
Op het moment dat de docent niet meer de enige bron van informatie (vooral internet beschouw ik hier als tweede bron) en kennis is, verandert alles in de les (Scenario 2). De docent heeft namelijk minder controle op wat er gebeurt. Een leerling kan opeens stiekem facebooken of plagiaat plegen. Een leerling kan een site bezoeken die de docent niet kent, of de leerling kan kiezen voor een andere leerweg dan waar de docent bekend of comfortabel mee is. Kortom, onzekerheid is gegarandeerd. Wat ik hier het meest interessant aan vind is dat in het eerste scenario een beeld van de docent schetst als alwetende. Dit beeld lijkt me onmogelijk om na te leven en dan ook totaal niet realistisch. Toch lijkt de docent in het eerste scenario alles te weten en voor weinig onvoorziene vragen of kwesties te staan. Dit komt op mij over alsof de cursisten de enigen zijn die leren, en het lijkt alsof een docent niet goed genoeg is als hij/zij niet overal een passend antwoord op heeft. Met dat in het achterhoofd lijkt scenario twee dan ook totaal niet aantrekkelijk. Want waarom zou je in een onzekere situatie stappen als je weet dat scenario 1 ook werkt? Waarom zou je je kwetsbaar opstellen terwijl dat niet hoeft? In scenario 1 leren ze toch ook Engels? Ze halen daar toch ook hun examens? Dit lijkt mij een goede vraag waar volgens mij het volgende goed op aansluit: ontwikkeling is een cruciaal onderdeel van professionaliteit zoals aansluiten bij de doelgroep een cruciaal aspect is van contact maken met diezelfde doelgroep. Gebruik van ICT lijkt hier dus onontkoombaar (leren omgaan met ICT als professionele ontwikkeling en gebruik van ICT in de les als mogelijke aansluiting bij de doelgroep).

Visie en professionaliteit
Zoals ik eerder al aangegeven heb, merk ik dat mijn visie op onderwijs hand in hand gaat met mijn visie over ICT gebruik. Dus nu wil ik aan jou, bloglezer, vragen om na te denken over de volgende dingen: 
  • Wat is jouw visie op onderwijs en leren? 
  • Hoe zorg jij ervoor dat je je ontwikkelt? 
  • Welke plaats zou ICT kunnen hebben in dat geheel? 
Ik hoop dat doordat ik deze vragen stel en deze blog schrijf jij na gaat denken over hoe jij het ziet en zo anderen inspireert, bijvoorbeeld door ook een blog over te schrijven of een presentatie te geven of wat dan ook. Ik ben uitermate benieuwd naar de visies van anderen en hun blik op professionaliteit. Schroom dan ook vooral niet om deze met mij te delen.

Afgelopen vrijdag had ik een bespreking met mijn leidinggevende (Marcel) en Lotte (partner in crime) waarin we ook deze kwestie besproken. Nu ga ik natuurlijk niet vertellen wie wat zei maar ik kan je wel vertellen dat er op een gegeven moment iets gezegd werd als :'Door het gebruik van internet in de les haal je de wereld je lokaal in. Door het niet te gebruiken blijft de wereld buiten het lokaal.' Voila, dat zette me natuurlijk weer aan het denken. Ik ben het ermee eens, door het internet ligt de wereld aan je voeten, zowel positief als negatief. Deze opvatting maakt ook deel uit van een visie. Wil je wel de wereld erbij betrekken? Wil je een wereldburger zijn? Wil je buiten je comfort zone treden? Voor mij is het antwoord op deze vragen veelal 'ja' maar ik kan me ook inbeelden dat het antwoord voor sommigen 'nee' is en dat je visie dan ook anders is en dus je lespraktijken ook.


Ontwikkeling cursisten vs. ontwikkeling docenten
Cursisten gebruiken vaak gedurende de dag digitale toepassingen zoals: Facebook, Twitter, Hyves, Google en Youtube op hun (smart) phone, tablet of laptop. Voor hen is het de normaalste zaak van de wereld, hun leven is verweven met het gebruik van digitale middelen, zij zijn ermee opgegroeid. Dat is in het leven van docenten vaak niet het geval, die zijn mogelijk opgegroeid in andere tijden en hebben de digitalisering minder bewust meegemaakt of het is zelfs helemaal langs hen gegaan.
Er is hier dus sprake van een kloof. Je kunt het een generatie kloof noemen, ik noem het liever een digitale kloof omdat ik denk dat gebruik van ICT niks met leeftijd te maken hoeft te hebben. Als je kijkt naar de ontwikkeling van cursisten en technologie (in onderstaande infographics) dan word snel duidelijk dat dit geen trend is die over waait zodat we over vijf jaar weer met een krijtbord en papier in de weer gaan. Feit is dat de digitale ontwikkelingen van de laatste jaren ons leven permanent veranderd hebben. 
Ik denk dat het cruciaal is om die kloof te dichten omdat de belevingswereld van de cursist steeds meer verweven gaat worden met digitale toepassingen dan dat die nu al is. Op het moment dat de cursist zich digitaal blijft ontwikkelen en de docent niet dan word de kloof steeds groter. Het lijkt dan voor de docent steeds lastiger te worden om aan te sluiten bij de belevingswereld en dus om contact te maken met cursisten, ze uit te dagen in opdrachten en om hun te boeien in de les. 
Om die reden ben ik ervan overtuigd dat diegene die het minst bekwaam is in het gebruik van digitale toepassingen hier het initiatief moet nemen om de ander tegemoet te komen. In vele gevallen is dat de docent. 
Kortom: voor cursisten zijn digitale middelen heel normaal, een dagelijkse gang van zaken. Voor sommige docenten is het iets wat erbij komt of een onbekend fenomeen. Om onderwijs te blijven verbeteren is het zaak die kloof zo snel mogelijk te dichten. 

In onderstaande infographics word duidelijk hoe studenten en/of onderwijs zich ontwikkeld hebben op het gebied van ICT.





Paradigm

'The way you see something, your point of view, frame of reference or belief.'

De vraag die nu bij mij naar boven komt is: 'Hoe kunnen docenten het gebruik van ICT als anders / als positief gaan zien?'. Waar ik dan meteen aan denk is Steven Covey. Hij is de auteur van 'The 7 Habits of Highly Effective People'. Een boek waar ik al mee heb gewerkt op de hotelschool, en wat nu ook weer van pas komt. Het boek is geschreven in de jaren tachtig dus er is een grote kans dat je het al kent. Al dertig jaar geleden geschreven en toch nog relevant, dat is een enorme prestatie van hem.
In plaats van je te vragen dat boek te lezen (wat sowieso wel een aanrader is) kun je even onderstaand filmpje bekijken. In dit filmpje legt Meneer Covey himself uit wat een paradigm (paradigma) is en hoe je met een andere blik ergens naar kunt kijken. Natuurlijk gaat het boek over zo veel meer dan paradigma verschuivingen dus als je je nog een keer op een strand ligt te vervelen...
Wanneer je naar dit filmpje bekijkt, houd dan in je achterhoofd wat het betekent om van analoog naar digitaal te switchen in jouw lespraktijken (en verbaas je over hoe mensen er in de jaren 80 uitzagen).

Ik ben erg benieuwd of er een 'paradigm shift' heeft plaatsgevonden terwijl je dit filmpje keek! Het gebeurde wel bij mij toen ik dit 'verhaal' in ' The 7 Habits of Highly Effective People' las. 


Deze blog in het kort
Kennisnet
Volgens Kennisnet neemt door de juiste inzet van ICT de motivatie van cursisten toe, worden de leerprestaties van cursisten verbeterd en word hun leerproces efficiënter. 
Wie is de bron?
Als de docent niet meer de enige bron van kennis en informatie is kan dit ruimte geven voor een andere aanpak, bijvoorbeeld adaptief onderwijs ; drie basisbehoeften bepalen het pedagogisch klimaat: competentie, autonomie en relatie. 
Visie en professionaliteit
Wat is jouw visie op onderwijs? In hoeverre beinvloedt deze jouw lespraktijken? 
Ontwikkeling cursisten en docenten
De meeste cursisten groeien op met digitale middelen terwijl de meeste docenten niet zo zijn opgegroeid, waardoor er een 'digitale kloof' is ontstaan, die alleen dicht gemaakt kan worden door initiatieven van de docent.  
Paradigm
Hoe je iets bekijkt heeft alles te maken met hoe je iets aanpakt. Hoe kun je de dingen door een andere 'bril'  gaan bekijken?
Tot slot:
Als laatste wil ik graag iedereen die deze blog leest uitnodigen om feedback te geven. Kan je even niks verzinnen, laat dan gewoon even weten wie je bent en wat je ervan vond! Ik ben namelijk erg benieuwd wie onze blog lezers zijn en wat ze/jullie ervan vinden! 

6 opmerkingen:

  1. De switch van analoog naar digitaal: an extremely interesting topic.
    En een heel boeiende analyse heb je geschreven.

    Je schrijft: "Op het moment dat de cursist zich digitaal blijft ontwikkelen en de docent niet dan word de kloof steeds groter. Het lijkt dan voor de docent steeds lastiger te worden om aan te sluiten bij de belevingswereld en dus om contact te maken met cursisten, ze uit te dagen in opdrachten en om hun te boeien in de les."
    Ja, helemaal mee eens. Een paar jaar geleden was ik aanwezig bij een lezing van prof. Wim Veen (Education & Technology, TU Delft). Hij zei/voorspelde feitelijk precies hetzelfde: als je als docent geen digitale vaardigheden ontwikkelt en je niet mee kunt en/of wilt gaan in de ontwikkelingen op het gebied van education and technology, verlies je steeds meer het contact met je studenten, en uiteindelijk zul je jezelf daar docentschapsgewijs mee buitenspel zetten.

    Het idee van de digi-buddy vind ik een erg mooi idee :) Ik denk echt dat zoiets werkt. De digitaalvaardige docent die - so to speak - 'outreachend' te werk gaat, door de niet-digitaalvaardige docent te laten ervaren hoe boeiend en efficiënt het is om gebruik te maken van allerlei technologische middelen. Als het lukt om die niet-digitaalvaardige docent de meerwaarde ervan te laten inzien (vooral ook voor hem/haarzelf), dan is m.i. de kloof echt overbrugbaar geworden, of wellicht zelfs al helemaal verdwenen.

    Ik vind jullie blog ontzettend interessant om te lezen, and very inspiring :) Zo ben ik me dankzij jullie meer gaan verdiepen in het gebruik van Zunal, Edmodo en Glogster, drie toepassingen die ik nog niet goed kende. Thanks :)

    Groet,
    Suzanna


    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Suzanna,
    Ten eerste bedankt voor je feedback! Erg fijn om te horen dat je de blog(s) interessant, inspirerend en nuttig hebt bevonden :), daar doen we het allemaal voor!
    Wat grappig dat prof. Wim Veen en ik dezelfde gedachtes delen, ik ben benieuwd wat je bij die lezing nog meer te weten bent gekomen.
    Wij zijn ook erg enthousiast over het buddy idee en hopen dat we hier snel mee aan de slag kunnen (en dat het natuurlijk die kloof gaat dichten).
    Ik zeg: keep up the good work!
    Groetjes,
    Roos

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hoi Roos,

    Ja, die lezing…
    Wim Veen is sindsdien een van mijn blijvende inspiratiebronnen :-)

    Die lezing was n.a.v. zijn boek 'Homo Zappiens'. Dat is de door hem geïntroduceerde benaming voor de generatie mensen die geboren is in (pakweg) de jaren 80 en daarna, en die zijn opgegroeid zijn met internet en andere zichzelf steeds sneller vernieuwende technologieën, waardoor ze op nieuwe manieren leren, werken en communiceren. (Hier is een slideshare document van een van zijn andere presentaties over dit onderwerp: http://www.slideshare.net/Homozappiens/presentatie-wim-veen-homo-zappien-001)

    Wat betekent die ontwikkeling voor scholen en het docentschap? Wat is er nodig om deze generatie mensen te kunnen blijven inspireren? Hoe en waar komen zij tot leren? Wat is de rol van de docent? Wat is de rol van de school? Dat soort vraagstukken werden besproken in de lezing.

    Een voorbeeld: "School is for meeting friends rather than for learning." Leren vindt dus ook - of: vooral - steeds meer elders plaats. Maar waar? Met wie? En hoe? En waarom daar? En hoe kun je daar als school en als docent in mee gaan?

    'Gaming' - learning by playing - neemt een centrale plaats in, zijns inziens. Een deel van de lezing ging hierover. Bijv. inz. de grote multiplayer online role-playing game, zoals World of Warcraft en EVE Online: veel meer dan 'slechts computerspelletjes'. Dit soort games vraagt communicatieve vaardigheden, teamwork, planning enz…. er wordt dus veel geleerd. Hoe pakt een school zoiets op…? Wat doe je als school met dit soort gegevens? Hoe kun je die ontwikkelingen integreren in de school, in het beleid, in de mindset/attitude van de docenten…?

    Over de noodzaak van dat laatste is Wim Veen dus heel helder. Als docent zet je jezelf uiteindelijk buitenspel als je weigert 'mee te gaan'. En dat geldt natuurlijk ook voor scholen in hun geheel: als er niet werkelijk geïnvesteerd wordt in digitale ontwikkeling, als voorzieningen niet of nauwelijks van de grond komen (door tijdgebrek, andere geldbestedingskeuzes etc.), als er geen ruimte komt voor scholing en het inspireren van docententeams… dan raakt zo'n school hopeloos achterop en heeft ze na verloop van tijd niets meer van waarde te bieden.

    Complexe materie. Zo'n paradigma shift is een lang proces.
    Maar ook: amazingly interesting...! :-)

    Groet,
    Suzanna

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Firstly may I congratulate you on a well written, eye opening and thought provoking article. I appreciate the sources you dot throughout your work too. A few things strike me as I read this blog post. 1) That teachers find going from scenario 1 to 2 daunting makes sense to me. Letting go of control is difficult and seems 'illogical'. However progression is never achieved by not experimenting and trying out new concepts. Your article suggests that it is up to the individual to go over this hurdle, the question is, how best to do this?. 2) You are in training at the moment. What emphasis is placed on digital teaching/learning within your course? Is it seen as experimental or as the norm? How can this be transferred to teachers who finished their training years ago? 3) What does industry ask of its workers? We are a vocational college and essentially training students to be competent in their future jobs. How great a role does this play in the way our students are being trained? 4) You mention that you are currently investigating why it seems that teachers are not making optimal use of the digital teaching facilities at the moment. I am curious to know how you are investigating this and what your findings are. Do pratical issues play a role here or is it only a reluctance to change an already working teaching method? And if practicality plays a role what could be done to change that? (Not that you have to answer this question of course). In all I agree with you and firmly believe teachers/teaching needs to move with the times. However I recognise to resistance to step out of the comfort zone. Chantel

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Hi Chantel,
    Thanks for your feedback and compliments!
    To answer your questions:
    1) How to go over the hurdle is a personal thing I guess. I like jumping right in and experimenting while others want to know everything about an application before using it. It seems to me that the best way to deal with it is to keep communicating with collegues and students and keep asking yourself if the effort you are putting in is rewarding you with more time and higher quality education. In keeping the dialogue constant you can learn from each other and keep updated about the latest developments at the same time.
    2) The digi stuff that Lotte and I are doing is not part of our education specifically. We were asked to put together an ICT portfolio but that was quite simple and didn't really have anything to do with my teaching in general. Lotte and I do this digi stuff only because we chose to, because we find it immensely intruiging and useful. I'm not sure what the norm is here, from what I've seen we could be judged as experimental but who knows what else is out there! As students we are challenged to examine our professional competencies and therefore pushed out of our comfort zones even if we don't particularly want to. I guess that would be the main difference between us and teachers who have been teaching for years, no one is pushing them. It seems to be totally up to them to work on their professional competencies wheras we have to develop them and prove it at the same time. Which is quite challenging :) but up untill now quite interesting as well.
    3) What the industry asks of its workers is a good question to which I have no answer.. It seems to vary between schools.How great a role this plays in language education is determined by how much the teacher wants it to play a role for now. However, I feel that as we progress in time, the teacher will have a decreasingly amount of choice here since the gap between the teacher and the student keeps growing to the point where it will create a boundary that prevents the student from learning.
    4) We have investigated this through the survey, through speaking with collegues and marcel and conclusions we have drawn from what we have seen and heard (sometimes between the lines). The findings are that most teachers at the TC find it interesting but not a priority. Practical issues don't seem to play a big role since there are usually computers that are not being used, smartphones and tablets are being put away and the smartboard is hardly being used. It seems as though collegues are waiting for something to start digitalizing their teaching practices but I don't quite know what for.
    I also recognise the resistance to step out of the comfort zone, collegues seem to think that this all comes naturally for me but I also find it somewhat exciting (though mostly positive). Today I have made a webquest and I have no idea how it is going to play out tomorrow. I guess that being a LIO and being in the 'FC traject' has constantly been pushing me out of my comfort zone that now I don't really know where it is any more..
    Anyhow, I hope this answers your questions to some degree. Thanks again for your input, I view it as very valuable! x Roos

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Thanks for your response Roos. Thanks too for answering the questions as I posed them more as a reference to my train of thought rather than something you had to provide answers for. Of course they make for a good discussion! Personally, what I admire and appreciate the most and the area in which I can learn a lot is your just-do-it attitude. You see something interesting and you jump in straight away and get to know all about it. Plus you readily share everything - a wonderful, team spirited attitude. Long may it continue, inspirational woman! Chantel

    BeantwoordenVerwijderen